Onze rechterhersenhelft: een vergeten schatkamer


jill-bolte-1.jpg

Onze linker- en rechterhersenhelft zijn geen concurrenten maar partners, blijkt al jaren uit wetenschappelijk onderzoek. Toch is er een groot verschil tussen de beide hemisferen, weet de neuroanatomist Jill Bolte Taylor – een hersenbloeding zette haar hele linkerhersenhelft op non-actief. Het leverde haar een gedwongen kennismaking op met de wonderen die in onze rechterhersenhelft verscholen zitten.

1996, New England, Verenigde Staten. Het is 10 december, zeven uur ’s ochtends. Jill Bolte Taylor drukt haar wekker uit en glijdt van haar waterbed. Haar dag begint ze zoals altijd. Sporten op de ‘cardio-glider’, meezingen met de muziek van Shaniah Twain, een warme douche. Een vezelrijk ontbijt en een vrolijke autorit staan nog op het programma – mevrouw Taylor houdt van strikte regelmaat, en van haar werk bij het McLean ziekenhuis ergens onder Boston. Het moet weer een mooie dag worden, net als alle andere.

Maar, vandaag klopt er iets niet. Ze voelt zich anders dan anders. Een scherpe pijn steekt achter haar linkeroogbol; het daglicht doet zeer aan haar ogen. De muziek komt anders bij haar binnen - ze hoort de gezongen woorden wel maar begrijpt ze niet helemaal. Op de hometrainer lijken haar handen wel een soort grote, primitieve klauwen, en de druppels uit de douchekraan voelen aan als kleine grijze kogeltjes op een lijf wat de hare moet zijn, maar haar toch vreemd voorkomt.

‘Nee maar’, hoort ze haarzelf denken, ‘wat ben ik voor een vreemd en verbazend ding. Wat een bizar levend wezen. Leven! Ik ben een leven! Ik ben een zee van water in een vlezige huls!’

Het zijn niet de gedachten die je zou toeschrijven aan een succesvol wetenschapper. Maar, Taylor is precies dat: een neurologe wiens werk een jaar eerder is bewierookt in het prestigieuze BioTechniques Journal en die net de Mysell Award heeft mogen ontvangen van de afdeling Psychiatrie van de medische faculteit van Harvard. In de weekenden geeft ze spreekbeurten uit naam de National Alliance on Mental Illnes, een club waar ze mensen ontmoet die, net als zij, zijn opgegroeid met iemand met een hersenstoornis - haar broer is schizofreen. Ze heeft het gevoel dat ze als wetenschapper en bestuurslid van de NAMI haar roeping heeft gevonden. Ze probeert de geheimen van het brein te ontrafelen, en strijd elk weekend tegen het onrecht waar mensen als haar broer zo vaak tegen aanlopen.

‘Waar ben ik mee bezig?’, denkt ze nu, op deze decemberochtend. ‘Ik moet me aankleden, aankleden om naar mijn werk te gaan.’ Ze probeert het ziekenhuis waar ze werkt voor de geest te halen, maar in plaats daarvan valt haar rechterarm als een levenloos stuk hout tegen de zijkant van haar lichaam. Het is het moment waarop de werkelijkheid binnendringt.

Ze heeft een beroerte.

Niet zo praktisch, vind ze aan de ene kant, en schrikbarend, misschien, maar in plaats van blinde paniek ervaart ze vooral het compleet tegenovergestelde. Een diep gevoel van geluk. Complete rust. Verbondenheid met alles wat leeft. Ze kan niet praten, nauwelijks lopen, niet meer helder nadenken en al haar herinneringen lijken opgelost. Ze is een hulpeloos kind in het lichaam van een zevenendertigjarige vrouw. Toch voelt ze zich helemaal compleet, gelukkiger dan ze ooit is geweest. Ze vindt dit moment fantastisch. Razend interessant, ook. Wat er precies in haar hersenen gebeurt weet ze niet precies, maar ze snapt wel wat boeddhisten met het ‘Nirwana’ bedoelen, op dit moment. Ze bidt dat ze deze ervaring nooit zal vergeten en besluit om maar eens een telefoon op te zoeken. Ergens weet ze dat hulp nodig heeft.

Het lukt. Even later wordt ze naar het ziekenhuis gebracht, en staat ze aan het begin van een lange weg terug. Een weg die, zo zal ze al snel ontdekken, in het teken staat van haar twee hersenhelften.

 

Analytisch versus creatief

Hoe zit het ook al weer met onze hersenhelften? De populaire opvatting wil dat de linkerhersenhelft vooral analytisch en talig is en de rechter intuïtief, emotioneel en creatief, maar uit onderzoek blijkt vaak dat die scheiding niet zo strikt te maken is. ‘Zaken als taal en redeneren, dat zit wel iets meer in de linkerhersenhelft inderdaad’, zegt Victor Lamme, hoogleraar brein & cognitie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Maar als je de rechter zou missen blijft er van dat redeneren ook niet zoveel over. De hersenhelften hebben elkaar hard nodig.’

Recent onderzoek bevestigt zijn uitspraak. Jurriaan Witteman onderzocht in 2014 aan de Universiteit in Leiden bijvoorbeeld of het beoordelen van een emotie in spraak nou echt alleen een aangelegenheid was van het rechterbrein, en het maken van een analyse typisch iets van de linker. Proefpersonen moesten óf alleen de klemtoon van een gesproken woord bepalen, óf alleen de toon van het woord (dus, de emotie van de spreker).  Beide helften werkten mee aan beide taken, bleek. In 2012 maten Melissa Ellamil,, Charles Dobson,. Mark Beeman en Kalina Christoff aan de University of New Columbia in Canada hersenactiviteit van proefpersonen die werden uitgenodigd tot creatief denken. De neurale netwerken die oplichten bevonden zich aan beide kanten van het corpus callosum, dus niet alleen in de rechterhelft van onze hersenen. Lichte verschillen zijn er wel. ‘De rechterhelft richt zich op de globale verwerking van informatie, de linker op detail’, zegt Victor Lamme. ‘Maar het zijn wel nuanceverschillen uiteraard.’

Het idee dat er een strikte scheiding zou zijn tussen de hersenhelften stamt uit de jaren 60. De Amerikanen Gazzaniga, Bogen en Sperry knipten toen voor het eerst het corpus callosum door van een aantal epilepsiepatiënten en ontdekten een aantal verschillen tussen de linker- en rechterhersenhelft. Taal en spraak bleek, zoals inmiddels wel bekend is, meer links te zitten, en visuele informatie wordt vooral verwerkt in het rechterbrein, stelden ze. Een man met een ‘split brain’ die de afbeelding van een pan aan de linkerkant van zijn lichaam kreeg aangeboden, bijvoorbeeld, kon het object niet benoemen, maar wel tekenen. De rechterhersenhelft kan niet praten, leerden we, maar wel tekenen, en zo werd de rechter ‘creatief’ en de linker ‘talig’ en ‘rationeel’. De wetenschap ontdekte daarna dat de werkelijkheid iets ingewikkelder was, maar in de media bleef het oude beeld hardnekkig voortbestaan. Volvo kwam met een auto voor je ‘rechterbrein’, bedrijven zochten naar personeel dat zowel hun linker- als rechterbrein ‘sterk’ had ‘ontwikkeld’. Wetenschappers lachten er besmuikt om, en dat was dat.

 

De Schotse psychiater Ian McGilchrist zag die houding lang met lede ogen aan. Inderdaad, schrijft hij in zijn boek ‘The Master and his Emissary’ uit 2009: het verschil tussen de linker- en rechterhersenhelft is niet zo eenvoudig als we in de jaren ’60 dachten. Toch bestaat er wel een wereld van verschil tussen de rechter en de linkerhersenhelft. Ze verschillen allereerst al in vorm, grootte en gewicht. Ze bestaan daarnaast uit andere soorten cellen, hebben een andere textuur en de verhouding tussen de ‘grijze’ en ‘witte materie’ is in de rechter anders dan in de linkerhersenhelft. Ze zijn van verschillende neurotransmitters afhankelijk, en, als ze onafhankelijk worden getest, blijken ze keer op keer te verschillen in de manier waarop ze de wereld waarnemen en weergeven. Bij een hersenbloeding of –tumor is het altijd van belang in welke helft de wond of het gezwel zich bevindt. Dus, dat de hersenhelften in een gezond mens samenwerken wil niet zeggen dat het we het daar maar bij moeten laten, wat wetenschappelijk onderzoek betreft.

 

Van rechts naar links

Jill Bolte Taylor zou in 1996 precies hetzelfde zeggen, waarschijnlijk, als ze zou kunnen praten tenminste. Een bloedprop ter grootte van een golfbal heeft haar hele linkerhersenhelft op non-actief gesteld, blijkt in het ziekenhuis. Praten zit er dus niet in. De bloedprop wordt verwijderd, maar veel hersenweefsel is beschadigd. Stemmen, gepraat, geschuifel, het licht door de ramen – het is haar allemaal teveel, ook na de operatie. Alles doet pijn. Mensen die haar aandacht willen doen pijn. Mensen die niet snappen wat ze bedoelt met haar gemurmel nog veel meer. De communicatie met de buitenwereld blijkt een gigantische opgave. Aan de andere kant voelt ze haar bewustzijn almaar groter worden. Ze expandeert, ze voelt zich enorm, grenzeloos en gelukzalig. Ze zweeft tussen de hel en de hemel, op haar ziekenhuisbed. Tussen haar gewonde lichaam en haar vloeiende, etherische bewustzijn. Tussen haar gewonde linkerhersenhelft en haar zielsgelukkige rechterhersenhelft. De rechterhelft die in het nu is, zich verbonden voelt met de hele mensenfamilie, met alles wat leeft, met het hele universum zelfs. Ze begrijpt dat elk mens deze rijkdom bezit – als ze dat nu toch eens wisten!

Ze zal eerst moeten herstellen, wil ze die boodschap overbrengen. Maar daar heeft ze eigenlijk niet zoveel zin in. Waarom zou ze die zeurderige linkerhelft weer in ere willen herstellen? Ze heeft nu geen last meer van dat pratende stemmetje in haar hoofd, dat mensje dat zichzelf voortdurend vergelijkt met anderen. Die constant commentaar heeft op alles en iedereen. Die zichzelf vooral belangrijk vindt, die zich juist afscheidt van andere mensen. Die competitief is, het wil winnen van anderen. Die hersenhelft die nooit in het nu is, maar altijd in het verleden of in de toekomst. Die hele Jill Bolte Taylor, met al haar nukken, neuroses en emotionele ballast, waarom zou ze die weer willen zijn?

 

Het is haar moeder die haar over de streep trekt. Ze hoeft haar pas ontdekte rijkdom niet op te geven, belooft ze, maar ze zal weer een mens moeten worden. Een mens dat weer leert lopen, leert lezen, en opnieuw leert praten. Leert schrijven. Uiteindelijk zelf misschien weer leert werken.

De ooit vooraanstaande hersenwetenschapper worstelt in de jaren daarna met eenvoudige kinderpuzzels, leest boekjes met grote letters, leert weer hoe je met je mond bepaalde klanken kunt maken. Ze leert weer hoe je moet vragen om een glas water, maar spreekt het soms toch nog uit als ‘melk’, en plukt als een kleuter op de snaren van een gitaar die ze in een vorig leven nog uitstekend wist te bespelen. En bij elke stap die ze neemt, staat haar moeder naast haar. Ze is, nog steeds, een kind.

Haar herstel zal al met al acht lange jaren duren.

 

Van links naar rechts

In 2008, twaalf jaar na haar hersenbloeding, verzorgt Taylor een ‘TED talk’ en spreekt ze een muisstil publiek toe met een heus mensenbrein in haar handen. Ze haalt de hersenhelften uit elkaar en legt uit dat onze hemisferen over en weer communiceren via het bekende corpus callosum. ‘Maar’, zegt ze, ‘daarbuiten zijn de twee hemisferen compleet verschillend. Omdat ze informatie zo verschillend interpreteren, denken onze hemisferen over verschillende dingen na, zijn ze in verschillende dingen geïnteresseerd, en, dare I say, hebben ze heel verschillende persoonlijkheden.’ Het staat allemaal glashelder uitgelegd in haar boek ‘My stroke of insight’, dat twee jaar eerder is verschenen en wereldwijd een regelrechte besteller is geworden. Een boek dat daarnaast opvallend veel gelijkenissen vertoont met de conclusies van Ian McGilchrist.

Net als Taylor stelt McGilchrist dat de linkerhersenhelft tot verbluffende dingen in staat is. Het kan als geen ander informatie categoriseren, concepten formuleren en de omgeving naar zijn hand zetten. We zouden er –  zoals Taylors verhaal ons liet zien – niet zonder kunnen.  Maar, het wordt ook tijd dat we de beperkingen van ons al te rationele linker brein in gaan zien, vindt McGilchrist, weer net als Taylor. De linker hemisfeer is namelijk helemaal niet geïnteresseerd in het begrijpen van de wereld – het wil de wereld vooral manipuleren, en is alleen geïnteresseerd in het bevestigen van het eigen gelijk. In de dingen die we al weten. De rechter is meer ‘open minded’, vertelt McGilchrist, ziet dingen niet als zwart-wit en is meer geïnteresseerd in het geheel. De rechterhemisfeer is meer intuïtief in het nemen van beslissingen en in het vormgeven van de werkelijkheid. De rechterhelft is minder rationeel, inderdaad, en dat is maar goed ook: onze ratio zou ons niet moeten leiden, vindt de Schotse psychiater. Onze creatieve en intuïtieve rechterhelft zou dat moeten doen, waarna onze ratio ons verder kan helpen. De linker hemisfeer zou een slaaf moeten zijn en onze rechterhersenhelft de meester, in plaats van andersom.

 

McGilchrists boek oogstte veel lof en bewondering in zowel de academische wereld als daarbuiten, maar kritiek was er vanzelfsprekend ook. Professor Victor Lamme kan bijvoorbeeld een ‘heel eind’ meekomen als het gaat om de verschillen tussen onze hemisferen, maar veel verder dan dat moet het volgens hem ook niet gaan. De linkerhersenhelft doet prima zijn werk, vindt hij. ‘Het is toch ook de basis voor het succes van onze soort. Onze cultuur is inderdaad gebaseerd op analyse, denken en redeneren, daar hebben we wel de wereld mee verovert. Ik vind het dan een beetje flauw om dat ineens te gaan zitten afkraken.’ De Amerikaanse filosofie- en neurobiologieprofessor Owen Lanagan veegt de vloer aan met ‘The Master and is Emissary’ – de verschillen tussen onze hersenhelften begrijpen we nog lang niet goed, vindt hij. Het voert daarom veel te ver om daar de grootse conclusies aan te verbinden die McGilchrist trekt.

Ook Taylor kreeg enige kritiek te verduren: ze zou te simplistisch beeld schetsen van onze hersenhelften, en van de rechter een te romantisch en eenzijdig beeld schetsen. Amerikaan Robert Klitzman, professor in de psychiatrie, vindt het een leuk idee, dat we om het Nirwana te bereiken alleen maar onze linkerhersenhelft hoeven uit te schakelen. Maar, hij vindt het wel erg naïef. En, erger nog: onwetenschappelijk. We weten al lang dat het veel ingewikkelder ligt, zegt hij in een kritische blog over Taylors boek.

 

De kritiek komt vooral voort uit de linkerhersenhelft, moet Taylor denken. De rechterhersenhelft is naast creatief en ontvankelijk ook nog eens vriendelijk en vol empathie, vertelt ze in haar boek, en onze linker beslist niet. Haar belangrijkste ‘stroke of insight’, schrijft ze, is dat vrede maar één gedachte van ons verwijderd is. ‘Het enige wat we moeten doen om er toegang toe te krijgen is de stem van onze dominante linkerhersenhelft het zwijgen opleggen.’

Dat die taak geen gemakkelijke is, ervaart ze nog elke dag nu ze is hersteld. Ook zij moet nu weer dagelijks worstelen met het praatzieke stemmetje in haar hoofd. Maar ze heeft manieren gevonden om het ‘tuintje van haar geest’ te onderhouden, en geeft ons een tal van tips. Luister naar muziek, neem een massage, wees zoveel mogelijk in het nu. En ga eens wandelen door de regen. Wees bewust van elke indruk die je op doet, en ervaar het. Zo kies je ervoor om meer ‘naar rechts’ te gaan, zegt Taylor. Ooit maakte het lot die keuze voor haar, en daar is ze ondanks alles toch heel blij om. Nu weet ze dat ze die keuze elke dag zelf wil maken, en wil delen met andere mensen.