Je seksuele fantasieën zeggen iets over je persoonlijkheid, zo blijkt uit onderzoek. Dat klinkt best logisch: iemand die fantaseert over druipende kaarsen, latex en middeleeuwse werktuigen is op z’n minst enigszins avontuurlijk, zou je denken. En iemand die maar niet kan stoppen met dagdromen over een orgie, die is waarschijnlijk sociaal ingesteld.
Het werkt ook de andere kant op, ontdekte de Amerikaanse psycholoog Justin Lehmiller. Hoe je scoort op de ‘Big Five’ – de vijf trekken die de persoonlijkheid het best omschrijven volgens de psychologie – kan een en ander zeggen over je seksuele fantasieën. Lehmiller analyseerde in 2018 de data van vierduizend Amerikanen en zag een samenhang tussen persoonlijkheidstrekken en prettig gevonden fantasieën.
Wie introvert is, fantaseert vaker over iets waar een taboe op rust, zoals sadomasochisme of een pikant rollenspel. Wie neurotisch aangelegd is, fantaseert meer over warme ontmoetingen, over passie en romantiek, dan over fysieke seks.
VIER CATEGORIEËN
Het idee dat de beleving van seksualiteit te maken heeft met je persoonlijkheid is al zo oud als de psychologie zelf. Sigmund Freud zag in de onderdrukking van seksuele driften een vruchtbare grond voor neuroses. Vrouwelijke hysterie bijvoorbeeld zou te wijten zijn aan de strenge maatschappelijke normen die heersten in het Victoriaanse tijdperk.
Een van zijn leerlingen, Wilhelm Reich, postuleerde rond 1920 dat geblokkeerde seksuele energie in een menselijk lichaam leidt tot een ‘lichaamspantser’, wat verregaande consequenties voor de persoonlijkheid zou hebben. Het zou leiden tot lusteloosheid en chronische angst. We moeten de seksuele kracht bevrijden, zo klonk het, opdat de mens zich vrijer en levendiger zou voelen.
Het onderzoek naar de relatie tussen seksualiteit en persoonlijkheid nam na de geboorte van de psychoanalyse geen hoge vlucht. Pas in 1976 kwam de Duits-Britse professor Hans Eysenk voor het eerst met een uitvoerig boek - Sex and Personality – waarin hij verslag deed van een grootschalig onderzoek naar het verband tussen persoonlijkheid en seksualiteit. In het boek, dat vol staat met tabellen, percentages en vragenlijsten, concludeert Eysenck dat er vier categorieën te onderscheiden zijn als het gaat om ‘seksuele attitudes en gedragingen’. Alles draait om libido en een al of niet bevredigend seksleven. Er zijn mensen met een laag libido, maar met grote seksuele tevredenheid. Dan zijn er de ‘gelukkige beroepsfliters’, die veel seksuele contacten hebben (hoog libido, hoge tevredenheid). Een derde groep zijn de neuroten (laag libido, lage tevredenheid), en ten slotte zijn er de mensen die wel aandrang hebben, maar seks zien als een biologische noodzaak (hoog libido, lage tevredenheid). Je persoonlijkheid is hierin van grote invloed, aldus Eysenk.
Hoewel de tijd van Freud en de zijnen al lang voorbij was, zag Eysenck wel dat er nog het nodige schortte aan de maatschappelijke normen wat betreft seks. "Het valt te betwijfelen of de geroemde bevrijding van de Victoriaanse onderdrukking, die de moderne maatschappij heeft bereikt, alleen maar heilzaam is geweest (…). Vele mannen die de standaard van Wimbledon niet kunnen bereiken, voelen zich inferieur en zulke gevoelens maken de zaken alleen maar erger en kunnen impotentie veroorzaken", aldus de bezorgde wetenschapper. Voor Eysinck ook een doorn in het oog: vrouwen konden zich nog altijd schamen voor hun seksualiteit.
SEKS EN DE BIG FIVE
Inmiddels zijn ernstige vragen gerezen over de wetenschappelijke kwaliteit van Eysencks werk. Toch is het een dankbaar vertrekpunt gebleken voor psychologen, die een aantal van zijn claims over de samenhang tussen persoonlijkheidsfactoren en seksualiteit opnieuw langs de meetlat hebben gelegd. De ‘Big Five’ – extraversie, emotionele stabiliteit, openheid voor ervaringen, consciëntieusheid en altruïsme – blijken inderdaad gepaard te gaan met bepaald seksueel gedrag en seksuele neigingen.
Extraverte mensen zijn jonger bij ‘de eerste keer’, en hebben vaak meer seksuele partners dan introverte mensen. Wie extravert is, is vaak nieuwsgierig, en heeft een meer hedonistische kijk op het leven, concludeerde onderzoekspsycholoog Gordon Barnes in 1984.
Openheid (voor ervaringen, maar ook voor creativiteit en intellectuele uitdagingen) gaat samen met een lagere nervositeit tijdens seks, ontdekt de Australische psycholoog Patrick Heaven in 2003. Open mensen hebben ook een grotere interesse in seksualiteit, ook bijvoorbeeld in groepsseks en porno.
Emotionele instabiliteit blijkt, zoals je zou verwachten, samen te gaan met een zekere geremdheid en spanning. Neuroten ervaren vaker problemen in hun seksleven en hebben vaker negatieve attitudes ten opzichte van seks. Hun relaties houden vaak minder lang stand en ze zijn vaker ‘obsessief verliefd’, zo blijkt uit Amerikaans onderzoek.
Altruïsme lijkt dan weer gepaard te gaan met seksueel risicovol gedrag. Uit onderzoek van Joshua Miller (University of Kentucky) uit 2004 blijkt dat mannen die laag scoren op deze persoonlijkheidstrek sneller vreemdgaan. Ze zijn manipulatief en hebben vaker een geheime affaire.
Wie houdt van zweepjes of handboeien in bed, is over het algemeen emotioneel stabieler en gelukkiger dan wie het houdt bij reguliere seks
Ook consciëntieusheid heeft invloed op seksueel risicogedrag. Andreas Wismeijer en Marcel van Assen van de Universiteit van Tilburg ontdekten in 2013 dat wie helemaal niet consciëntieus is, vaak wisselende seksuele contacten heeft en risicogedrag stelt. In hetzelfde onderzoek ontdekten zij dat BSM (bondage, discipline, sadisme, masochisme) niet iets is van emotioneel labiele, psychisch ongezonde mensen. BDSM-beoefenaars zijn net minder neurotisch dan wie zich tot reguliere seks beperkt, zo blijkt. Ze zijn ook consciëntieuzer, hebben een hoger niveau van welbevinden en - weinig verrassend - ze staan meer open voor ervaringen. BDSM is allesbehalve ‘ziek’. Het gaat om psychisch gezonde mensen die het leuk vinden om een afwijkend seksueel spel te spelen.
VEILIGE HECHTING
Tot zover het verband tussen seks en persoonlijkheidstrekken. Hoe zit het eigenlijk met persoonlijkheidsstoornissen? Een persoonlijkheidsproblematiek blijkt vaak samen te gaan met seksuele problemen, weet Noortje Roussel. Zij is als klinisch psycholoog-psychotherapeut en seksuoloog werkzaam in het Amsterdam UMC.
"Vaak worden mensen bij ons aangemeld met een seksueel probleem, die al een heel traject hebben gehad in de hulpverlening", vertelt Roussel. "Vrouwen die pijn ervaren bij het vrijen, bijvoorbeeld, of mannen met een erectieprobleem die meestal ook nog andere psychische of lichamelijke problemen hebben." Soms ligt een trauma aan de basis van het probleem. "Seksueel misbruik in de voorgeschiedenis komt vaak voor, maar ook verwaarlozing of mishandeling. Zulke ervaringen hebben veel effect op je zelfbeeld en het beeld dat je van anderen vormt. Deze mensen hebben vaak moeite met nabijheid en afstand."
Een veilige hechting in de kindertijd bepaalt sterk of je later een gelukkige partnerrelatie en goede seks zult hebben
Als het gaat om een gezonde en prettige manier van intimiteitsbeleving, is er volgens Roussel één belangrijke factor in de persoonlijkheidsontwikkeling: een veilige hechting. "Wie uit een warm nest komt, zich geliefd en veilig voelt, kan zich makkelijker emotioneel binden met anderen, vanuit een gevoel van eigenwaarde en een goed zelfbeeld. Daarnaast moet je ook in staat zijn om lust te kunnen ervaren."
STRESS
Roussel maakt wel duidelijk dat er naast hechting nog tal van andere factoren een rol spelen in de seksuele ontwikkeling. "We kijken op verschillende manieren, bio-psychosociaal, naar een klacht. Is iemand ziek, of is hij of zij depressief? Waar komt de patiënt vandaan, uit welke cultuur? Ook de opvoeding speelt een grote rol, en de kennis die je hebt meegekregen over seks. Niet iedereen weet van de hoed en rand als het om seksualiteit gaat. Ik moet soms mensen stap voor stap meenemen in wat het betekent en hoe seksualiteit precies werkt."
Als het gaat om seksuele problematiek, is het ook erg belangrijk om aandacht te hebben voor de spanning in de bekkenbodem, weet Roussel. "Veel van onze patiënten reguleren stress en opgedane spanning op een verkeerde manier. Ze slaan de spanning op, waardoor de bekkenbodemspierspanning te hoog is, wat seksueel disfunctioneren in de hand kan werken. Als je geen optimale spierspanning hebt, kan er geen optimale doorbloeding plaatsvinden en dat kan bijvoorbeeld een erectieprobleem laten aanhouden. Anders leren omgaan met stress en spanningen, de verwerking van trauma’s en de bekkenbodem leren ontspannen zijn belangrijke onderdelen van de behandeling."
De psychotherapie die ze toepast, is toegespitst op het individu, zegt Roussel, en hoe lang het duurt, is sterk afhankelijk van de persoon en de aard van de problematiek. "Soms duurt het jaren. Vaak is er sprake van geringe autonomie bij mensen met persoonlijkheidsproblematiek, ook op seksueel gebied. Mensen hebben nog niet, of onvoldoende, geleerd wat hun eigen wensen, grenzen en behoeften zijn. Ze hebben moeite om aan te geven wat ze wel of juist niet willen. Dan is empowerment nodig. We leren hen om assertiever en zelfstandiger te zijn."
BINDINGSANGST
Plezier beleven aan seksualiteit, seks die past bij jezelf en in de relatie. Dat stipt Roussels collega Bianca van Moorst aan als belangrijk voor een goede seksuele gezondheid, voor iedereen. Van Moorst is klinisch psycholoog en seksuoloog bij het OLVG, het stadsziekenhuis van Amsterdam. "Je moet geen dingen doen waar je geen zin in hebt, of waarmee je jezelf schade berokkent. Dat is altijd de insteek van een behandeling."
Gevraagd naar wat ze het mooist vindt in haar werk, zegt ze dat ze veel vrouwen iets kan leren over seksueel plezier. "Als je iemand kan helpen louter door psycho-educatie (informatie geven, red.): dat raakt me. Daardoor kunnen bijvoorbeeld Somalische besneden vrouwen toch plezier beleven aan seksualiteit. Dat vind ik heel mooi."
Persoonlijkheidsproblematiek of niet: seksuele mythes zijn er nog altijd volgens Roussel. "De man zou dominant moeten zijn, en de vrouw passief. Terwijl het ook heel mooi is als een man geduldig en lief is. Maatschappelijke standaarden spelen nog steeds een rol."
Van Moorst: "Als er op televisie gezegd wordt dat stellen in Nederland gemiddeld twee keer per week seks hebben, dan worden wij platgebeld. ‘Wij zijn niet normaal, dus!’, horen we dan. We zouden er baat bij hebben om flexibeler te denken. Het ‘moeten’ en het perfectionisme, al dan niet ingegeven door maatschappelijke normen, kunnen loslaten. Als je kunt denken ‘het gaat erom dat ik plezier kan hebben in seks’, dan denk ik dat dat al enorm veel problemen kan verhelpen."
Dit artikel verscheen eerder in Psyche&Brein (2/2021)